Het kabinet wil bijna een derde van de woningen die tot 2030 moeten worden gebouwd, geschikt maken voor ouderen. De regering hoopt ouderen te kunnen verleiden om eerder te verhuizen naar een nieuwe woning en daarmee eengezinswoningen vrij te maken voor doorstromende gezinnen.
Dit staat in het programma Wonen en Zorg voor Ouderen dat ministers De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) en Helder (Langdurige Zorg en Sport) hebben gepresenteerd. Daarin staan plannen van het kabinet om woningbouw te versnellen, ouderen beter te informeren en ontzorgen bij hun verhuizing en de leefomgeving te verbeteren.
Het kabinet wil hiermee ouderen voorzien in passende woonruimte, in ‘een leefomgeving die uitnodigt tot bewegen en elkaar ontmoeten’. Dit moet eraan bijdragen dat ouderen langer fit en gelukkig blijven en langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Daarnaast moet een deel van de bouwopgave gericht zijn op het ontwikkelen van dementievriendelijke woningen. In het plan worden heel specifieke aantallen genoemd.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt dat 290.000 van 900.000 woningen die het kabinet tot 2030 wil bouwen, specifiek geschikt worden gemaakt om aan te sluiten bij de woonwensen van ouderen. Voorbeelden van zulke woningen zijn zogeheten ‘nultredenwoningen’ zonder trappen (170.000), geclusterde woonvormen, zoals hofjes, ter bevordering van het sociaal contact (80.0000) en geclusterde verpleegzorgplekken om zorg aan huis te bieden voor bijvoorbeeld mensen met dementie (40.000). Zulke dementievriendelijke woningen hebben bijvoorbeeld verduisterende gordijnen voor het dag-nachtritme, zijn deuren duidelijk zichtbaar en is extra aandacht voor veiligheid. Voor ouderen die dat nodig hebben, blijft het verpleeghuis als mogelijkheid om te wonen en zorg te ontvangen bestaan. Het aantal plaatsen in verpleeghuizen blijft in het plan constant op 130.000.
Lees ook: ‘Duizenden extra woningen voor ouderen’
Over twintig jaar zal het aantal 65+’ers in Nederland met meer dan 40% zijn toegenomen. Het aantal 80+’ers stijgt nog sterker. Naar schatting zijn er in 2040 1,6 miljoen mensen die 80 jaar of ouder zijn, dat is twee keer zoveel als nu. “En daar moeten we ons goed op voorbereiden”, stelt minister De Jonge in een persbericht over het programma. “Een derde van de 900.000 huizen die we tot en met 2030 hebben te bouwen, moeten geschikt moet zijn voor ouderen. Het bouwen van die huizen zorgt ook voor meer doorstroom. Want als een oudere een eengezinswoning achterlaat, biedt dat ruimte voor een gezin om daarnaar toe te verhuizen, wat weer zorgt voor een vrije plek voor een starter. Meer passende woningen voor ouderen zijn dus voor iedereen van grote meerwaarde.”
“In hun eigen omgeving blijven mensen vaak actiever en kunnen ze hun eigen gewoontes aanhouden”, voegt minister Helder toe. “Daardoor blijven ze vitaler en zelfstandig. Dat is wat we allemaal willen, maar ook wat nodig is om onze zorg toegankelijk te houden. Ik wil mensen aanmoedigen en in staat stellen de stap naar een passende woning op tijd te maken, want op die manier houden zij zelf de regie over hun leven en hun welzijn.”
Het kabinet wil daarom dat ouderen eerder nadenken over ‘het wonen van straks’. Naast de bouw van geschikt aanbod wil het kabinet ouderen actief gaan informeren over de mogelijkheden, met bijvoorbeeld een informatiecampagne.
Uit een recent onderzoek bleek dat ouderen van alle categorieën het minst vaak een concrete verhuiswens hebben.
Naast de woningen zelf moet ook de leefomgeving leeftijdvriendelijk worden. Dat betekent dat de wijk toegankelijk is, dat er voorzieningen in de buurt zijn en dat de omgeving uitnodigt tot bewegen en ontmoeten. Alle gemeenten moeten deze aspecten van de leefomgeving meenemen in een lokale visie op wonen en zorg. Een ondersteuningsteam Wonen en Zorg zal gemeenten ondersteunen bij het maken van zo’n visie. De Rijksbouwmeester maakt in samenwerking met de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving concrete ontwerpen voor om de leefomgeving te verbeteren.
Uit onderzoek blijkt dat op dit moment maar 17 procent van de ouderen overweegt te verhuizen. Daarmee wordt het voor het kabinet een behoorlijk klus om die gewenste doorstroming te regelen. Toch geloven De Jonge en Helder dat een verhuizing naar een beter geschikte woning aantrekkelijker gemaakt kan worden. Nu vertrekken ouderen vaak pas als thuis blijven wonen echt niet meer gaat, ondanks uitgebreide thuiszorg en mantelzorg. Een verpleeghuis is dan vaak de enige optie.
Terug naar overzicht